Een schril contrast

Op maandag lees ik:
Rijke Nederlanders:
"LUXEMBURG - Nederlanders zitten in de top drie van rijkste EU-burgers. De koopkracht van Nederlanders is 31 procent boven het EU-gemiddelde, meldde Europees statistisch bureau Eurostat maandag.
De rijkste EU-burgers zijn de Luxemburgers. De inwoners van het groothertogdom genieten zelfs 280 procent meer koopkracht dan gemiddeld. Ieren volgen op de tweede plaats met 44 procent.
Het armst zijn Bulgaren en Roemenen. Ze hebben respectievelijk 37 en 39 procent van de gemiddelde koopkracht in de Europese Unie. Nog armer zijn Macedonië en Turkije, kandidaat-lidstaten voor de EU. Hier is de gemiddelde koopkracht respectievelijk 28 en 31 procent.
Nóg armer zijn de inwoners van toekomstige kandidaat-lidstaten van de EU op de westelijke Balkan. Albanië is met 21 procent het armste land van Europa."

Uit zo'n bericht zou je mogen afleiden dat het ons allemaal heel goed gaat.
Tot dinsdag, dan komen de addertjes uit het gras:

Arme Nederlanders:
"DEN HAAG - Arme mensen hebben in Nederland steeds vaker moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Vorig jaar zei bijna de helft van de huishoudens met een laag inkomen (870 euro netto per maand voor een alleenstaande) moeilijk tot zeer moeilijk rond te komen.
Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2001.
Van de ruim 6,6 miljoen huishoudens in 2005 hadden er iets meer dan 660.000, ofwel 10 procent, een laag inkomen. Naar verwachting is dat in 2008 gedaald naar 476.000 huishoudens (7,9 procent).
Het meest kwestbaar voor armoede zijn mensen met een bijstandsuitkering, niet-westerse allochtonen en eenoudergezinnen met minderjarige kinderen.
Van de circa 3,4 miljoen kinderen onder de 18 jaar in 2005 leefden er 310.000 (9,1 procent) in een gezin met een laag inkomen. Bovendien groeide ruim een op de twintig kinderen (185.000) op in een huishouden met net genoeg geld voor de basisbehoeften (770 euro netto per maand voor een alleenstaande).

Toch bijzonder dat we tot de rijkste landen van de EU behoren.
Dat kan alleen maar betekenen dat de rijken wel erg rijk zijn en als zij een beetje zouden delen zijn we als land nog steeds rijk. Er zou dan geen schrijnende armoede meer zijn.
Een andere mogelijkheid is aan te kloppen bij ons Koningshuis: Zij behoren tot de groep mensen die zich tot de rijksten der wereld mogen rekenen.

M.a.w. Er is geld genoeg het is alleen oneerlijk verdeeld